Geweckte kerstcakejes met appel en amandelen

Bereiden

1. Verwarm de oven voor op 180ºC.
2. Meng de appel met de koekkruiden. Klop de boter door de suiker. Voeg de eieren een voor een toe en mix goed door.
3. Spatel de bloem en het bakpoeder door het mengsel en voeg de melk toe. Klop tot een glad beslag. Roer de appelblokjes door het beslag.
4. Verdeel het amandelschaafsel over de gesteriliseerde weckpotten (circa 0,75 l inhoud) en draai rond zodat de amandelen blijven plakken. Giet het cakebeslag in de weckpotten en vul ze ongeveer voor de helft. Zorg ervoor dat de randen schoon blijven.
5. Bak de cakejes in de oven in circa 1 uur gaar en goudbruin. Kook intussen de rubberringen en dekseltjes van de weckpotten 5 minuten uit in een pan met een laagje water en 4 eetlepels azijn. Laat drogen op een schone theedoek.
6. Neem de cakejes uit de oven en laat kort afkoelen. Snijd, als de cake boven de rand is gerezen, het kapje eraf.
7. Leg de rubbers en deksels op de weckpotjes en druk de klemmetjes erop. Zet de potjes in een pan met water zodat ze circa voor 2/3 onder water staan. Leg een zware deksel erop zodat de potjes niet kunnen gaan drijven. Weck de cakejes zo tegen de kook aan c
8. Laat afkoelen en bewaar maximaal 6 maanden op een donkere plaats.

Tip

Warm de cakejes eventueel op voor het serveren. Lekker bij de koffie of als dessert met vanillesaus of kaneelijs. Gebruik grotere/kleinere weckpotjes en verleng of verkort dan de oventijd. Een goede sterilisatie en hygiënisch werken is erg belangrijk wanneer je gaat wecken. Alleen dan zijn de cakejes lang houdbaar. Zo kan iedereen er met kerst volop van genieten.

Voedingswaarde per 100 gram